Crematie

Een crematie is de verbranding van een lijk. Het komt voor dat mensen niet spreken van een crematie of lijkverbranding, maar van de verassing van een lichaam. De reden dat mensen uit de uitvaartbranche in de praktijk niet vaak zullen spreken van een lijkverbranding zit hem gelegen in het feit dat dit voor nabestaanden te confronterend is.

Het oorspronkelijke cremeren vond plaats in de openlucht. Meestal werd het lichaam van een overledene op een stapel hout geplaatst waarna het in brand werd gestoken. De openbare verbrandingen van lichamen is overigens nog niet helemaal verdwenen. In een land als India gebeurt dit nog steeds.

Verontreiniging

In Nederland worden overledenen alleen gecremeerd in speciale crematieovens. Deze ovens zijn voorzien van uiterst moderne filtersystemen die er voor zorgen dat er helemaal geen uitstoot is. Dat is belangrijk want bij openbare verbrandingen van lichamen komen verontreinigende stoffen vrij die slecht zijn voor het milieu.

In Nederland is bij wet vastgelegd dat een crematieoven aangesloten moet zijn op een filtersysteem. Er zijn ook landen waar een lijkverbranding alleen mag plaats vinden in een crematieoven, maar waar het niet verplicht is om de oven aan te sluiten op een filterinstallatie. In dat geval wordt de rook die vrijkomt dus rechtstreeks uitgestoten in de lucht. Daardoor zullen mensen in de omgeving van het crematorium een verbrandingsgeur kunnen waarnemen. Ze zien waarschijnlijk ook zwarte rook uit de schoorsteen komen.

Filterinstallatie voor crematieovens

Elke crematieoven in Nederland is aangesloten op een speciale filterinstallatie. Net als bij de verbranding van vuil in grote verbrandingsovens zorgen deze filters ervoor dat alle stoffen worden opgevangen. De filters verwijderen stof, dioxines, kwik en HCL die vrijkomen bij het crematieproces.

In een crematieoven wordt een overledene in een tijdsbestek van ongeveer 75 verbrand. Een crematieoven wordt verwarmd met gas. Een gemiddelde crematie heeft zo’n 100 m3 gas nodig. Dit is de gemiddelde hoeveelheid gas wanneer er 1 crematie plaatsvindt in de oven. De hoeveelheid gas per crematie kan afnemen als er meerdere crematies worden uitgevoerd op dezelfde dag in dezelfde oven. Dat komt omdat de stenen in de oven dan al heel warm zijn en er minder gas aangevoerd hoeft te worden. Het kan afnemen naar ongeveer 25 m3 per crematie. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken neemt het gasverbruik per crematie overigens steeds verder af.

Een crematie is een proces dat helemaal geautomatiseerd is. De computer kan precies zien hoe warm het is in de oven en wat bijvoorbeeld de temperatuur is van de boiler in het filtersysteem die er voor moet zorgen dat de rook wordt gekoeld. Als de boiler te warm wordt zal het systeem er automatisch voor zorgen dat er koel water wordt toegevoegd. Het systeem zorgt er ook voor dat er extra warmte wordt gecreëerd als de temperatuur op een bepaalde plek niet warm genoeg is. De rook die als eerste vrijkomt gaat voordat het in de filters komt eerst nog door de naverbrandingsruimte. Dit alles zorgt ervoor dat er geen geuren of rook worden uitgestoten boven het crematorium.

Hoe ziet een filtersysteem er uit?

Bouwers van crematieovens en de daarbij behorende filters zijn dankzij speciale ontwerpprogramma’s in staat om de opstelling van een filtersysteem helemaal aan te passen aan de ruimte waarin deze geplaatst moet worden. In sommige situaties staat het filtersysteem bijvoorbeeld achter de crematieoven. Maar het is ook mogelijk dat deze wordt geplaatst in een ruimte boven of juist onder de verdieping waar de crematieoven staat.

In grote lijnen wordt elk filtersysteem wel opgebouwd uit dezelfde onderdelen.

Hoe warm wordt een crematieoven?

Doorgaans wordt een crematieoven voor de eerste crematie van de dag voorverwarmd naar zo’n 800 graden Celsius. Dit voorverwarmen is alleen noodzakelijk voor de eerste crematie van de dag. Als er meerdere crematies worden gehouden op dezelfde dag in dezelfde oven dan hoeft de oven niet meer voorverwarmd te worden omdat de temperatuur in de oven al hoog genoeg is.

Als de kist in de oven wordt geplaatst (het in de oven plaatsen wordt ook wel invoeren genoemd) dan zal de kist na korte tijd vlam vatten. Hoe lang dat duurt, is afhankelijk van de temperatuur van de oven, maar doorgaans zal dit binnen enkele seconden gebeuren. Doordat er een verbranding plaats vindt loopt de temperatuur in de oven op tot ongeveer 1100 graden Celsius.

Invoeren van de kist

Het kan behoorlijk verschillen in vorm(geving) en grote. Tegenwoordig zijn er ook volautomatische invoersystemen op de markt. De zogenaamde AIM (Automatische Invoer Machine). De AIM is helemaal ontwikkeld naar de veranderde vraag in de markt. Dat heeft te maken met het feit dat nabestaanden steeds vaker aanwezig willen zijn bij de invoer van een kist. Vroeger kwam dat eigenlijk niet voor. De kist werd, nadat de plechtigheid was gehouden, onttrokken aan het zicht van de nabestaanden en daarna ingevoerd door de ovenist. De ovenruimtes waren meestal niet ingericht vanuit de gedachte dat er ook mensen van buiten de uitvaartbranche zouden komen kijken.

Tegenwoordig worden de nieuwe ovenruimtes modern ingericht en kiest men er steeds vaker om daglicht te laten invallen in de ruimte. Dit maakt de ruimte transparanter en minder eng voor mensen die deze ruimte voor de eerste keer bezoeken. De AIM is ontwikkeld om een kist automatisch en tegelijkertijd op uiterst piëteitsvolle wijze in te voeren.

Nadat de kist op de AIM is geplaatst kan de AIM middels het touchscreen in werking worden gezet. De AIM komt langzaam omhoog totdat de kist op de juiste invoer hoogte is gekomen. Vervolgens kan men er voor kiezen om de kist nog heel even te laten staan op deze hoogte of om het invoeren direct te laten plaatsvinden. De werkelijke invoer zal beginnen als men nogmaals op het touchscreen drukt. Daarna opent de deur van de crematieoven. Dit is een soort stalen luik dat omhoog gaat. Als de oven helemaal open is zorgt de AIM er voor dat de kist in de oven wordt geschoven. Als de kist in de oven is trekt de AIM zich terug en gaat de oven dicht. Als de oven is gesloten gaat de AIM langzaam naar beneden. Sommige AIM’s verdwijnen vervolgens onder de crematieoven zodat er van het invoersysteem niets meer is te zien. Andere AIM’s verdwijnen in de grond en worden op die manier onttrokken aan het zicht.

De AIM in de onderstaande film is ontwikkeld door DFW Europe uit Nederland. De opname voor deze invoer vonden plaats in een crematorium in Engeland waar een van de eerste AIM’s is geplaatst in 2010. De film laat goed zien hoe het invoeren met een AIM in zijn werk gaat.

Nederland wereldwijd marktleider

Er zijn twee bedrijven in Nederland die zich bezig houden met het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van crematieovens. Buiten Nederland zijn er nog een aantal ontwikkelaars van crematieovens maar vaak wordt gezegd dat de Nederlandse kwaliteit de beste van de wereld is.

Facultatieve Technologies uit Den Haag is ’s werelds marktleider op het gebeid van het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van crematieovens. Facultatieve Technologies is onderdeel van de Facultatieve Groep. De Facultatieve Groep is een Nederlands bedrijf dat haar hoofdkantoor heeft in Den Haag. Het bedrijf heeft vestigingen in verschillende landen over de hele wereld, waaronder China, Amerika, Duitsland, Frankrijk en Tsjechië.

De andere Nederlandse aanbieder van crematieovens is DFW Europe. DFW Europe is gevestigd in Broek op Langedijk. Het bedrijf is de ontwikkelaar van de Automatische Invoer Machines (AIM).

Website Facultatieve Technolies

Website DFW Europe

Protest tegen komst crematorium

In Nederland is het bijna standaard dat mensen protest aantekenen als er plannen zijn om een crematorium te bouwen in hun omgeving. Deze protesten komen bijna altijd voort uit gebrek aan kennis en vooroordelen.

Er zijn zelfs situaties waarbij omwonenden in hun protest opnemen dat ze bang zijn dat ze straks onder de as komen te zitten van overledenen als ze in de tuin gaan zitten. Een ander veel gehoord argument is dat men stankoverlast verwacht, maar deze argumenten houden doorgaans geen stand.

Ontwikkelaars van crematoria zijn vooral gebaat bij goede voorlichting en communicatie. Het komt maar al te vaak voor dat bouwplannen van een crematorium naar buiten komen voordat de mensen in de omgeving ook maar iets van informatie hebben ontvangen. Omdat de meeste mensen doorgaans zo ver als mogelijk weg willen blijven van alles wat te maken heeft met de uitvaartbranche worden vooroordelen snel gevormd. Het is voor ontwikkelaars vaak heel lastig (zo niet bijna onmogelijk) om dit soort vooroordelen weg te nemen als mensen hun mening al hebben gevormd. Het is daarom verstandig om actief te communiceren met burgers. Daarbij moet de initiatiefnemer niet alleen maar zenden, maar ook aandacht en tijd besteden aan gesprekken met betrokkenen. Wanneer mensen precies weten hoe een crematorium in elkaar steekt zal de onvrede vaak afnemen. Dat laatste telt natuurlijk niet voor mensen die principieel geen enkele uitvaartfaciliteit in hun omgeving willen hebben. Ook in de huidige tijd zijn er nog mensen die de dood het liefst ergens willen verstoppen op een terrein ver buiten de bewoonde wereld.

Het is voor crematoria belangrijk dat burgers weten wat er tijdens een crematieproces gebeurd. Op die manier zullen ze ervaren en ontdekken dat er geen schadelijke stoffen vrij komen. Sommige mensen kijken bij een bezoek aan een crematorium direct naar het dak omdat ze verwachten dat ze daar een grote schoorsteen zien. Maar door de filtertechnieken en het koelen van de warmte is er helemaal geen schoorsteen waar rook uit komt. Sterker nog het is niet of nauwelijks waarneembaar omdat er enkel warmte wordt uitgestoten.

Hergebruik warmte

Bij het crematieproces komt veel warmte vrij. In de meeste Nederlandse crematoria wordt deze warmte uitgestoten. Dat is eigenlijk best zonde, want deze warmte kan heel goed worden hergebruikt. Er zijn crematoria die de warmte gebruiken om het crematorium mee te verwarmen, maar het kan ook nog veel verder gaan.

De techniek maakt het mogelijk om de warmte buiten het crematorium te hergebruiken. Dat levert een grote energie besparing op en draagt daarmee dus bij aan het ontzien van het milieu. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk om het water van een zwembad te verwarmen met de warmte van het lokale crematorium. Ovenproducent DFW Europe heeft in Denemarken een crematiefaciliteit gebouwd waarbij de warmte van de ovens zelfs wordt gebruikt voor de stadsverwarming van de nabij gelegen woonwijk. In Denemarken zijn de milieuwetten op dit gebied ook heel streng. De overheid wil dat warmte die wordt gecreëerd in bedrijf- productieprocessen altijd wordt hergebruikt als dat maar enigszins mogelijk is.

Geschiedenis van het cremeren

De geschiedenis van het cremeren begint eigenlijk al rond de bronstijd (1500 – 400 v. Chr.). Maar de echte recente geschiedenis van het cremeren in Nederland begint pas is 1874. Toen kwamen enkele heren van stand bij elkaar in de Haagse sociëteit De Witte. Deze mannen richtte daar de Vereeniging tot invoering der lijkverbranding in Nederland op. Dat deden zij in een tijd dat cremeren in Nederland bij wet was verboden.

In 1913 bouwde deze vereniging het eerste crematorium van Nederland, crematorium Westerveld in Driehuis. Ondanks het feit dat cremeren toen nog verboden was vond op 1 april 1914 de eerste crematie plaats in Westerveld. Het was Dr. C.J. Vaillant, hoofdbestuurslid van de vereniging die als eerste werd ingevoerd in de crematieoven. Naar goed Nederlands gebruik besloot de overheid vanaf dat moment om het cremeren te gedogen.

De Vereeniging tot invoering der lijkverbranding in Nederland bleef zich sindsdien inzetten voor het legaliseren van cremeren. In de loop van de jaren werd de naam van de vereniging aangepast. Tegenwoordig is het de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie. Door de invloed die de kerk had op het maatschappelijk leven in Nederland zou het nog vele decennia duren voordat het cremeren bij wet werd toegestaan. In 1955 werd cremeren gelegaliseerd, maar er werden nog wel allemaal extra eisen gesteld waardoor het nog niet was gelijkgesteld aan begraven. Pas in 1995 werd cremeren helemaal gelijk gesteld aan cremeren en dat heeft zo zijn gevolgen gehad voor het crematiepercentage (percentage van het totaal aantal overledene dat wordt gecremeerd per jaar) in Nederland. In 1960 werd nog maar 3,99 % van de overledenen gecremeerd, in 2003 werden er voor het eerst in de geschiedenis meer overledenen gecremeerd dan begraven (50,6%). In 2012 lag dat percentage op 59,21 %. Experts verwachten dat het percentage uiteindelijk zal oplopen tot ongeveer 75%.

In de onderstaande film is de geschiedenis van het cremeren in Nederland in beeld gebracht. Aan de hand van prachtige historische beelden is te zien hoe het cremeren zich heeft ontwikkeld in Nederland en hoe mensen hebben ‘gevochten’ voor het recht om gecremeerd te mogen worden.